In Spanje ben je geen uitzondering als je een middagpauze van twee uur of meer neemt. Je kan dan een stevige maaltijd nuttigen of een dutje doen. Maar het kan zijn dat er nu een einde komt aan het siësta-tijdperk.

Volgens enkele economen zijn mensen veel beter uitgerust en gemotiveerder - en dus productiever - als ze vroeg naar huis kunnen en zich in de avonduren kunnen richten op hun gezin of op hobby's en sport.

'Overwegen waard'

Steeds meer bedrijven zien het voordeel van een kortere werkdag in en overwegen de overstap, maar oude gewoonten en opvattingen - zoals het idee dat werken in de avonduren in goede aarde valt bij de baas - hebben tijd nodig om te veranderen. Toch zegt zelfs de federatie van het Spaanse midden- en kleinbedrijf, die meer dan negentig procent van de Spaanse bedrijven vertegenwoordigt, dat het verkorten van de werkdag het overwegen waard is.

Van de zeventien landen in de eurozone staat Spanje tiende als het gaat om arbeidsproductiviteit, blijkt uit cijfers van Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek.
Er is geen wet die een lunchpauze van twee uur voor Spanjaarden verplicht stelt. Over de lengte van de lunchpauze wordt wel onderhandeld door vakbonden en werkgevers.

Spaanse Burgeroorlog

Begin vorige eeuw aten Spanjaarden vroeger, net als de rest van Europa. Maar na de Spaanse Burgeroorlog, die van 1936 tot 1939 duurde, en de periode van crisis en honger die daarop volgde, hadden veel Spanjaarden twee banen nodig om de eindjes aan elkaar te knopen. De lunchpauze verschoof naar later in de middag, na het einde van de ochtendbaan, maar voor de middagbaan, en duurde langer: een traditie was geboren.